Dag Rob,
Ik ben bezig met een toetsing van een houten kolom. Deze kolom wordt belast door normaalkracht en belast op buiging. Nu zie ik in de uitvoer dat houten kolommen getoetst wordt op formule 6.19, 6.20, 6.23 en 6.24 (NEN-EN 1995-1-1).
Wanneer ik artikel 6.3.2 (2) en (3) lees concludeer ik dat formule 6.19 en 6.20 behoren bij een lambda kleiner dan 0,3. Bij een grotere lambda zou 6.23 en 6.24 gelden.
In de bijlage vindt je als voorbeeld een uitvoer, de belastingen zijn fictief (en te hoog) en bedoeld als test.
P.S. In de uitvoer van Xframe2d wordt een andere nummerweergave gebruikt dan in de norm.
Houten kolom.pdf (268.7 KB)
Houten kolom.xfr2 (18.4 KB)
De doorsnedetoetsing volgens art.6.2.4 wordt altijd gedaan.
De toetsing volgens 6.3.2 wordt nu ook altijd gedaan. Wanneer de lambda;rel;y resp. lambda;rel;z kleiner is dan 0,3 wordt voor kcy resp. kcz 1,00 aangehouden. Dit is een conservatieve maar veilige aanname. Dat lambda;rel;y en lambda;rel;z beiden kleiner dan 0,3 worden zal in de praktijk m.i. heel weinig voorkomen.
De Lambda (en niet onze eigen mening) zou bepalend moeten zijn welke toetsingen uitgevoerd zouden moeten worden.
In de bijlage heb ik namelijk een voorbeeld met een hoge slankheid dan 0,3 waarbij 6.19 en 6.20 bepalend zijn en dat vind tegenstrijdig aan de norm. Bij betreffende kolom zou 6.23 en 6.24 maatgevend moeten worden gesteld. De betreffende U.C.-weergave (bij weergaveopties)is daarom m.i. niet juist.
Hoi Henri,
Je hebt helemaal gelijk formules (6.19) en (6.20) moeten alleen worden gebruikt wanneer lambda;rel,z < 0,3 en lambda;rel,y < 0,3. Ik heb hier helpdeskmelding #1698 voor aangemaakt.
Het is inmiddels ook opgelost. D.w.z. in de eerstvolgende versie van XFrame2D en XFEM4U.
Zie bijlage 1698.pdf.
1698.pdf (182.8 KB)
Dank voor je oplettendheid en melding. Top!
